Met meer dan 600 waargenomen vogelsoorten is Queen Elizabeth National Park een waar vogelparadijs. Verder zijn er bijna 100 zoogdieren te vinden waaronder tien primatensoorten, inclusief de chimpansee. Het park kreeg haar naam ter herinnering aan het bezoek van koningin Elizabeth van Engeland in 1954 – Uganda was in die dagen nog een Engels protectoraat. Het park heette vanaf de twintiger jaren van de twintigste eeuw Lake George and Lake Edward Game Reserves. Vervolgens kreeg het park in 1952 de status van nationaal park en kreeg het de naam Kazinga National Park. In 1954 kreeg het dus de naam Queen Elizabeth National Park. Tijdens de periode van dictator Idi Amin, werd de naam van het park veranderd in Rwenzori National Park, om vervolgens na het afzetten van Amin opnieuw de naam Queen Elizabeth NP te krijgen.
Queen Elizabeth NP is 1.978 km2 groot en wordt doorsneden door de evenaar. Op de plek waar dit gebeurd, staat langs de weg een klein gedenkteken. Het park wordt begrensd door de Ishasha rivier en Lake Edward in het westen. Het park loopt langs de Congolese grens naar het noorden tot de zuidelijke uitlopers van het Rwenzori gebergte en de stad Kasese. In het oosten grenst het park aan Lake George, Kyambura Gorge en Kalinzu Forest Reserve. In het zuiden grenst het park aan Kigezi National Park.
Queen Elizabeth National Park wordt in een noordelijk en zuidelijk deel verdeeld door het 34 km lange Kazinga Channel, een natuurlijke verbinding tussen Lake Edward en Lake George.
Landschappen
Queen Elizabeth NP bestaat uit savanne, dichte oerwouden, meren en moerassen. In het noorden vormen de kratermeren een bezienswaardigheid met adembenemende uitzichten. Deze meren zijn overblijfselen uit de tijd dat de Rift Valley gevormd werd en tientallen vulkanen hun vuur spuwden. Hier bevindt zich ook het hoogste punt van het park: 1.350 m boven zeeniveau. Het laagste punt bevindt zich bij Lake Edward: 910 m boven zeeniveau.
Bij Katwe-Kabatoro bevindt zich een groot meer, het Katwe Salt Lake, waar sinds de 16e eeuw zout wordt gewonnen. Uitgestrekte papyrusmoerassen zijn te vinden rond Lake George. De Kyambura Gorge, een 16 km lange kloof ten zuiden van het Kazinga Channel, vormt een wereld op zich. De bodem van de kloof bevindt zich op 100 meter diepte en is begroeid met oerwoudvegetatie. In het midden van de kloof stroomt de Kyamburarivier die uitmondt in het Kazinga Channel. In het rond de kloof gelegen Kyambura Wildlife Reserve zijn ook kratermeren te vinden. De Ishasha Sector in het zuiden van Queen Elizabeth NP staat bekend om haar enorme vijgenbomen.
Donkere jaren
Net als in Murchison Falls NP heeft ook de dierenwereld van Queen Elizabeth NP erg te lijden gehad van de oorlogen in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw. Met name de grote grazers werden massaal afgeslacht om als voedsel voor de strijdende partijen te dienen. Nadat de rust was weergekeerd, begonnen de populaties weer toe te nemen.
Gevarieerde dierenwereld
Met maar liefst 95 zoogdiersoorten is Queen Elizabeth NP één van de zoogdierenrijkste nationale parken. Dit heeft ook te maken met de zeer gevarieerde landschappen die de diverse sectoren van het park kenmerken. De savanne wordt uiteraard bewoond door grote grazers als Uganda kob, Defassa waterbok en kafferbuffel. De topi, een prachtige antilope, vind je vooral in de Ishasha Sector. De bosbok en het wrattenzwijn zijn niet zeldzaam. Een andere zwijnensoort is het reuzenboszwijn, een flink uit de kluiten gewassen varken met ruig haar en vervaarlijke slagtanden. Hoewel je ze ook op de vlakte kan tegenkomen, houden zij zich met name op in de begroeiing aan de rand van de savanne en in het oerwoud. Het is een dier dat vooral ’s nachts en in de schemering actief is. Gelukkig is ook de olifantenstand hersteld, de olifantenpopulatie wordt geschat op 2.500 dieren. Roofdieren als leeuw, luipaard en gevlekte hyena zijn er ook te vinden, al heb je daar iets meer geluk voor nodig. Een speciale attractie vormen de boomklimmende leeuwen in Ishasha. De leeuwen in Ishasha leven gedurende het heetst van de dag in enorme vijgenbomen. Dit gedrag dat men ook kent van een leeuwengroep in Tanzania, is aangeleerd en uniek. Zover men weet, zijn er verder geen leeuwen in Afrika die dit gedrag vertonen. De zeer schuwe sitatoenga is te vinden in de uitgestrekte payprusmoerassen bij Lake George. Voor nijlpaarden is Queen Elizabeth NP de ‘place to be’; de populatie wordt geschat op ongeveer 5.000 dieren. Je vindt ze overal waar water is, maar tijdens gamedrives op de savanne in 2010 zagen we ook nijlpaarden op de savanne grazen, een behoorlijk eind verwijderd van water.
Door de aanwezigheid van zoveel landschapstypes met bijbehorende begroeiing komen er maar liefst tien primatensoorten in Queen Elizabeth NP voor. Naast twee nachtapen, de bushbaby en de potto, kan je er onder andere ook roodstaartmeerkat, groene meerkat en groene baviaan tegenkomen. Voor chimpansees is de Kyambura Gorge een goede plek. In deze kloof leeft een kleine groep gehabitueerde chimpansees die bezocht kan worden.
Gevarieerde vogelwereld
Het aantal van ruim 600 waargenomen vogelsoorten is deels ook te verklaren door de aanwezigheid van zoveel landschapstypes. Maar ook het feit dat het park dicht bij de DR Congo ligt, verklaart de enorme diversiteit aan vogelsoorten. Een aantal vogelsoorten dat in Centraal-Afrika leeft, kan ook in Queen Elizabeth National Park gezien worden. Vanwege de enorme hoeveelheid vogelsoorten is in 1977 de Queen Elizabeth Bird Observatory opgericht waarvan het hoofdkwartier zich bevindt op het schiereiland Mweya.
In de moerassen en op en om het water houden zich veel watervogels op. Naast reigersoorten als grote zilverreiger, middelste zilverreiger, kleine zilverreiger, zwartkopreiger en blauwe reiger kan je in de uitgestrekte papyrusmoerassen ook de Afrikaanse lepelaar en de schoenbekooievaar zien. Op de savannes kan je de nationale vogel van Uganda tegenkomen, de grijze kroonkraanvogel. Roofvogels kom je er uiteraard ook tegen: vechtarend, bateleur, geelsnavelwouw, Afrikaanse zwarte kuifarend, augurbuizerd en Afrikaanse zeearend om er maar een paar te noemen. Hoenderachtigen als helmparelhoen, roodkeelfrankolijn en harlekijnkwartel, zie je soms langs de weg lopen of zich verzamelen bij waterplaatsen. Waadvogels als sporenkievit, lelkievit, diadeemkievit en de donkergekleurde rouwkievit houden zich zowel op de savanne als in de buurt van water op.
Van de meeuwen en sterns kom je alleen de grijskopmeeuw en de lachstern tegen, terwijl je in de trektijd ook witvleugelstern en witwangstern kan zien. Een aparte vogel is de schaarbek, een sternachtige vogel waarbij de ondersnavel langer is dan de bovensnavel.
Naast de verschillende soorten duiven, ijsvogels, bijeneters en zwaluwen zijn in Queen Elizabeth NP ook veel zangvogelsoorten te vinden, gewoon teveel om op te noemen.
Mijn enige advies is: ga erheen, neem een verrekijker en veldgids mee en geniet van de geweldige soortenrijkdom aan vogels.
Waar wacht u nog op?
+31 6 2443 6788
+31 72 534 7915